Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die dan een anderen leert, [50]leert gij uzelven niet? Die predikt, dat men niet stelen zal, [51]steelt gij? 50. Namelijk gehoorzamen en doen hetgeen gij een ander leert, gelijk blijkt uit het volgende. 51. Dat is, strekt gij het goed van een ander door behendige wegen en kwade trekken tot u? gelijk de Joden hiervan altijd zeer berucht zijn geweest en nog zijn; Matth.23:14.